Ebruland

Ebruland

Home
Archive
Leaderboard
About

Share this post

Ebruland
Ebruland
Karel, de webmaster van Theo, de man achter mijn Columnistencarrière

Karel, de webmaster van Theo, de man achter mijn Columnistencarrière

Zonder Karel, geen Gezonde Roker. Zonder Karel, geen Ebru, columnist. Zonder Karel.

Ebru's avatar
Ebru
Jul 04, 2025
42

Share this post

Ebruland
Ebruland
Karel, de webmaster van Theo, de man achter mijn Columnistencarrière
11
4
Share
Cross-post from Ebruland
Vandaag geen Vrijdag Patatdag, want Karel is niet meer. In mijn woorden: zo een fijne vent. In Ebru's woorden kun je in dit bericht lezen. -
Tjeerd Langstraat

Vandaag is de uitvaart van Karel Gabler.

Het was Karel, die me in 2003 belde: ‘Hebbie nog een stukkie?’. De webmaster van de site van Theo van Gogh plaatste wekelijks de artikelen op Theo’s site en zag dat mijn eerste artikel ever goed was aangeslagen. ‘Nee, was dat de bedoeling dan?’ vroeg ik hem geschrokken? ‘Ja doe maar,’ sprak Karel. ‘Dat is leuk.’

En zo werd ik columnist op de website van Theo van Gogh.

Karel kon je uittekenen. Een Amsterdammmer, zo’n echte. Hij sprak netjes maar toch Amsterdams. Een lange man, die veel en hard lachte om zijn eigen grapjes, hij zag de werkelijkheid vlijmscherp en was de stille kracht achter veel van Theo’s teksten en ideeën. Een echte vriend van Theo; de man op de achtergrond. De man die er altijd was.

De man ook die me op 2 november 2004 iets na 9 uur belde. Ik was al door drie mensen gebeld met de vraag ‘is het waar?’ – mij in vertwijfeling achterlatend. Dus toen Karel belde, nam ik dreigend op: ‘ZEG DAT HET NIET WAAR IS’.

‘Het is waar Ebru’ waren de woorden waarmee Karel de moord op Theo bevestigde. Hoe dan, waarom dan, waar dan – waarom Theo? Het leven vóór en ná de moord op Theo begon; we deelden verdriet, we deelden een verleden, we deelden trauma, we deelden helen. We deelden de komende twintig jaar ná de moord. Hij juichte toen ik de column van Theo in METRO mocht overnemen, hij straalde toen ik voor Libelle ging schrijven: ‘Dat had Theo zó geweldig gevonden!’.

We deelden de afgelopen 20 jaar.

Hij verhuisde met vrouw en katten naar Amstelveen, ver weg van de plek waar Theo vermoord werd. Hij genoot van zijn huis en leven in Amstelveen. De rust, zijn tuin, de ruimte voor de katten en later de verduurzaming: isolatie en zonnepanelen waardoor hij net geen nul op de meter verstookte. Vertelde over zijn trips naar markt en supermarkt, en over zijn avonturen op de sportschool waar ook voormalig ex-topvoetballers trainden. Dat vond hij leuk, om met die jongens te praten (was het nou Van Basten of Gullit, ik weet het niet meer; iig die league). Ook als ik werd opgeslokt door het leven, liet Karel me nooit los; eens in de zoveel tijd belde hij en hadden we lange telefoongesprekken: ‘heyy wijffie’ klonk het dan. Soms had ik er geen tijd voor en belde ik terug – dat was altijd prima. Eens in de zoveel tijd bezocht ik hem in Amstelveen: ‘als jij dan eens van dat lekkere Rotterdamse gebak meeneemt?’ waarmee hij een trip richting Koekela rechtvaardigde. Hij hield van zijn jointjes, ik reed hem nog wel eens naar het centrum waar hij zijn stash haalde. Ook roeide hij veel, maar dan ook écht veel. Weer wind of geen weer: hij hield van het water.

Totdat hij het aan zijn hart kreeg. Het leven werd langzamer, de vakanties met de caravan naar Zuid Frankrijk hielden op – hij sprak zo enthousiast over Saint Paul de Vence dat ik daar in het jaar van mijn landarrest nog heen was gegaan. Karel had verstand van kunst, van literatuur, van muziek, van politiek en was geïnteresseerd in alles met een stekker. Raadde me een digitale camera aan – meerdere zelfs – motiveerde me te blijven schrijven (‘doe maar wijffie’) en vertelde altijd van alles. De schrik was groot toen zijn kat Kathy langere tijd wegbleef: ‘Katten weten wanneer ze doodgaan Ebru, dan blijven ze weg’. De vreugde was nog groter toen ze toch gevonden werd.

De laatste tijd belde hij niet meer, alleen om te zeggen dat hij ziek was, in het ziekenhuis lag en nee, hij zou eerst beter worden, dan mocht ik langskomen. Dus appten we, of we belden kort. De gesprekken die vroeger wel drie kwartier duurden, duurden misschien nog maar 1.5 minuut; daarna was hij uitgeput. Hij moest eerst beter worden, heus.

Er komt een moment dat Maria me belt, bedacht ik. En dan is het te laat. Tegelijkertijd: aftakeling is niet iets wat je wilt delen, je hoort ook respect te hebben voor het duidelijke ‘nee, echt, niet langskomen, niet nu’.

Afgelopen week belde Maria.

Vandaag is de uitvaart van Karel Gabler.

Bij Theo was alles gratis, doordat ik op zijn site schreef, was ik nergens welkom. Gratis is het nog steeds, evenals dat niet welkom zijn. Maar een donatie aan mij is zeer welkom. Dank!

42

Share this post

Ebruland
Ebruland
Karel, de webmaster van Theo, de man achter mijn Columnistencarrière
11
4
Share

No posts

© 2025 Ebru
Privacy ∙ Terms ∙ Collection notice
Start writingGet the app
Substack is the home for great culture

Share